Hechtingsbevorderende therapie
Hechtingbevorderende therapie is een behandelvorm voor gezinnen met kinderen en jongeren (tot 14 jaar), waarbij het opbouwen en/of vasthouden van een gevoel van veiligheid en vertrouwen binnen de ouder en kind relatie geen vanzelfsprekendheid (meer) is.
Onderliggend kan er sprake zijn van kindeigen factoren zoals ADHD, autisme, chronische of ernstige ziekte, hooggevoeligheid, trauma- of hechtingsproblematiek. Maar ook ouder- en/of systeemfactoren kunnen een rol spelen, te denken valt aan een ouder die door eigen ziekte of problematiek minder emotioneel beschikbaar is (geweest) en/of verliessituaties in het gezin (van oorsprong) zoals overlijden dierbare, conflictscheiding, geweld, verwaarlozing e.d.
Onze therapie is geschikt voor zowel mildere problemen in de ouder-kind interactie als zwaardere problematiek waarbij er sprake is van problematische gehechtheid of een hechtingsstoornis.
Bijvoorbeeld, als het kind vaak druk en ongehoorzaam is en steeds negatieve aandacht vraagtof als het kind uit angst de ouder juist claimt en erg gevoelig en gespannen reageert op de ouder. Door het gedrag heeft de ouder moeite te begrijpen, te zien wat er in het kind omgaat, wat het écht nodig heeft van de ouder. Ouders ervaren dat het lastig is om de situatie te veranderen en bestaande patronen positief om te buigen. Vaak laten deze kinderen heftige emoties zien (huilen, woede, paniek) die ouders moeilijk gereguleerd krijgen, waardoor het risico bestaat dat deze patronen juist versterkt worden en het basisvertrouwen verder ondermijnd wordt.
Maar de therapie kan ook ingezet worden bij pleeg-, gezinshuis-, of adoptiekinderen die, in de nieuwe opvoedsituatie, vast blijven zitten in een patroon van het contact wensen en het contact afweren. Deze kinderen laten gedrag zien dat gekenmerkt wordt door teruggetrokkenheid, passiviteit en lusteloosheid. Zij uiten verlatenheid, teleurstelling, angst, boosheid en wantrouwen naar de directe omgeving. In de nabijheid van opvoeders hebben zij moeite om een gevoel van veiligheid en vertrouwen te ervaren en reageren hierop met negatief afwijzend gedrag. Deze kinderen en jongeren spreken meestal negatief over zichzelf (ik ben stom, niemand vindt mij aardig, ik kan niets etc.) en hebben weinig of eenzijdige sociale contacten.
Binnen onze praktijk maakt hechtingbevorderende therapie onderdeel uit van een traject met verschillende hulpvormen en wordt het geïntegreerd in een al lopend behandeltraject gericht op complex trauma, trauma & verlies, of overprikkeling.
Doelstelling
Uitgangspunt is dat het kind door de therapie kan ervaren dat opvoeders beschikbaar zijn en nabijheid bieden. Opvoeders leren op een speciale manier aandacht te hebben voor het kind en op bepaald gedrag positief te reageren. Voor het kind zijn deze plezierige momenten belangrijk om zelfvertrouwen op te bouwen en een gehechtheidsrelatie aan te kunnen gaan met de volwassenen die voor hem zorgt. Door de intensieve, positieve interactie ervaart het kind zichzelf als de moeite waard en geliefd door de omgeving. Ook is het kind beter in staat om zijn eigen affecten, gedrag en emoties te reguleren door een sterker bewustzijn van zichzelf en de band met de opvoeder.
Werkwijze
Afhankelijk van de ernst van de interactie- en/of hechtingsproblemen en de mogelijkheden van het kind en de gezinssituatie kunnen de volgende interventies ingezet worden:
Ouder-kind interactie therapie
In de therapieruimte en/of in de thuissituatie gaan opvoeder(s) en het kind samen spelen en bewegen onder begeleiding van de therapeut. Er wordt gebruik gemaakt van “verbindende”” activiteiten vanuit zowel Sherborn als Theraplay. Door de speelse, verzorgende en uitdagende activiteiten die samen met het kind gedaan worden verbetert het contact. De opvoeder ervaart hoe de therapeut de interactie met het kind opbouwt en krijgt feedback, uitleg over de ontwikkeling en het (spel)gedrag van het kind. De opvoeder kan hierdoor meer afstemmen op het ontwikkelingsniveau van het kind en kan de activiteiten zelf thuis ook toe gaan passen, zowel op momenten waarop de opvoeder echt gericht iets samen wil doen, als op de gewone dagelijkse momenten. Niet als verplicht huiswerk, maar gewoon omdat het leuk is.
Fase-therapie
Binnen de fasetherapie staat het expliciet bieden van nabijheid door de opvoeders centraal. In iedere fase in het leven van een kind ervaart een kind nabijheid. Nabijheid is het ervaren dat de ouders bij het kind zijn en beschikbaar zijn en dit geeft het kind vertrouwen. Nabijheid is in iedere fase anders. Kinderen krijgen in deze therapie de mogelijkheid om gemiste nabijheidservaringen alsnog op te doen met de huidige opvoeders. Met kinderen en jongeren wordt per levensfase (baby, peuter, kleuter, basisschool) uitgezocht wat het kind nog nodig heeft. Hierna mogen kinderen dit met hun opvoeders thuis binnen strak omschreven spelopdrachten na spelen. Op speelse wijze wordt er, in elke fase, 3 a 4 keer per week 10 minuten gewerkt in een sfeer van “samen zijn”. Door de structuur van de therapie is het voor zowel kinderen als opvoeders veilig uit te voeren. Ervaringen worden vervolgens in de therapie samen met de therapeut verder uitgewerkt.
Fasetherapie is een therapie die veel inzet vraagt van kind/jongere, opvoeders en therapeut. De therapie duurt (afhankelijk van de leeftijd en ernst van de situatie) half jaar tot twee jaar.