Doelgroep Complex Trauma

Ons behandeltraject Complex Trauma is bedoeld voor kinderen (tot 18 jaar), die zijn blootgesteld aan chronische traumatische ervaringen voor de leeftijd van 5 jaar, veroorzaakt door volwassenen die voor het kind zouden moet zorgen en het zouden moeten beschermen.

Deze vorm van trauma gaat altijd gepaard met onveilige gehechtheid en heeft de grootste impact op de ontwikkeling van kinderen, juist omdat de effecten van traumatische ervaringen worden verergerd als ze worden veroorzaakt door de mensen van wie het jonge kind afhankelijk is voor overleving en voor veiligheid. Te denken valt aan:

  • een baby of kind dat wordt afgestaan, te vondeling wordt gelegd door de biologische ouders,
  • een baby of kind dat uit huis wordt geplaatst of word weggehaald bij de biologische ouders vanwege psychisch, seksueel of emotioneel misbruik.
  • een baby of kind dat is verwaarloosd,
  • een baby of kind dat wordt geadopteerd vanuit een buitenlands kindertehuis of -pleeggezin,
  • een baby of kind dat heeft geleefd in wisselende opvoedsituaties, is (over)geplaatst van de ene veilige opvoedsituatie naar de ander veilige opvoedsituatie.
  • een kind dat leeft tussen onveilige, onbetrouwbare ouders en veilige vrienden/familie gedurende een lange tijd.
  • een kind dat bij de geboorte is afgestaan en daarna verschillende ingrijpende gebeurtenissen heeft doorgemaakt zoals het overlijden van een opvoeder, gepest worden etc

Zelfs ongeboren baby’s in de buik van hun moeder kunnen al vroegkinderlijke trauma’s oplopen. De ontwikkeling van het brein en het lichaam kan al negatief beïnvloed worden, als de biologisch moeder,

  • een gewelddadige relatie heeft met haar partner of familielid,
  • alcohol of drugs gebruikt,
  • een eigen traumatische voorgeschiedenis heeft,
  • last heeft van ernstige psychische klachten en/of veel stress (“toxische stress”).

Dergelijke trauma’s tijdens de zwangerschap leiden er toe dat de baby geboren wordt met een enorme overgevoeligheid voor stress en extra kwetsbaar is voor toxische stress en ingrijpende levensgebeurtenissen die nog volgen.

 Veel kinderen in de pleegzorg, jeugdzorg en GGZ hebben vroegkinderlijke chronische traumatisering ervaren. Ook  adoptiekinderen met een vergelijkbaar beeld vallen in deze doelgroep. Traumadeskundigen gebruiken voor deze doelgroep met uiteenlopende klachten verschillende termen “complex trauma”, “ontwikkelings-trauma”, “relationeel trauma” of “vroegkinderlijke chronische traumatisering”. Binnen Tatoran gebruiken wij de term Complex Trauma en Ontwikkelingstrauma.

Kenmerken doelgroep

Een kind met een ontwikkelingstrauma wordt gekenmerkt door:

Blootstelling trauma
  • slachtoffer of getuige zijn van herhaaldelijk levensbedreigend gevaar of bedreiging van de lichamelijke integriteit
  • ontwrichting van beschermde verzorging als gevolg van wisselingen in de primaire opvoeder, herhaaldelijke scheiding van de primaire opvoeder of blootstelling aan aanhoudend misbruik of verwaarlozing.
Moeite met het reguleren van affecten en lichaamsfuncties
  • onvermogen om zichzelf emotioneel te reguleren (woede-uitbarstingen, paniek)
  • problemen rondom eten, slapen en zindelijkheid
  • onder- en overgevoeligheid voor prikkels
  • signalen van het lichaam onvoldoende ervaren
  • moeite hebben om woorden te geven aan gevoelens en ervaringen.
Moeite om aandacht en gedrag te reguleren
  • intense gerichtheid op gevaar of moeite om gevaar waar te nemen, goed in te schatten
  • risicovol en spanning-opzoekend gedrag
  • schommelen, wiegen, masturberen e.d. als poging om zichzelf te kalmeren
  • herhaaldelijk zichzelf beschadigen (opzettelijk of automatisch)
  • concentratie- en aandachtsproblemen (onrust, vlinder- en vluchtig gedrag)
Moeite om zichzelf en relaties met derden te reguleren
  • intense gerichtheid op de veiligheid van de opvoeder of andere dierbaren (de ander verzorgen) of moeite hebben met hereniging na periode van scheiding.
  • negatief gevoel van eigenwaarde, zichzelf niets waard vinden, machteloos voelen
  • extreem wantrouwen, opstandigheid, gebrek aan wederkerigheid in hechte relaties.
  • fysieke of verbale agressie in reactie op leeftijdgenoten, opvoeders of andere volwassenen.
  • ongepaste overdreven pogingen om (lichamelijk) contact tot stand te brengen of overmatig vertrouwen in derden voor veiligheid en geruststelling (“allemansvriend”)
  • moeite om empathie te reguleren, zoals gebrek aan empathie voor uitingen van leed van de ander of juist overgevoeligheid voor leed van anderen
Post-traumatische stress-klachten
  • herbeleving van trauma’s; onaangename herinneringen, sensaties, nachtmerries
  • vermijding van het trauma (of situaties die er onbewust op lijken), geheugenverlies
  • verhoogde waakzaamheid, hyper-arousal, woede-uitbarstingen, angst- en schrikreacties