Trauma- en verlies therapie
Binnen onze praktijk maakt trauma- en verlies therapie altijd onderdeel uit van een gefaseerd en integratieve behandeling binnen het traject complex trauma of het traject trauma & verlies. De therapie en beschreven interventies worden niet los aangeboden.
Doelstelling
De behandeling van het kind is gericht op het verminderen of doen verdwijnen van de klachten, en dat het kind de emoties in het dagelijks leven die verwijzen naar de traumatische ervaring(en) en/of het verlies kan beheersen. Bij de behandeling worden uiteraard ook opvoeders betrokken. Doel van de ouderbegeleiding is dat opvoeders beschikken over kennis van trauma (behandeling) en in staat zijn het kind te begrijpen, adequaat te reageren op probleemgedrag en te steunen bij de verwerking van de traumatische ervaring.
Werkwijze
De therapeut kijkt bij aanvang van de behandeling welke kwaliteiten en hulpbronnen er aanwezig zijn. Ieder kind is uniek en vraagt daarom om een andere aanpak. De therapeut sluit aan bij wat het kind fijn en prettig vindt en nodig heeft. Om zo goed mogelijk bij de hulpvraag aan te kunnen sluiten kan de therapeut gebruik maken van een breed aanbod aan therapeutische activiteiten:
Ontspanning- en lichaamsgerichte activiteiten
Een kind, dat worstelt met de effecten van een trauma of verlies, laat vaak een hoger stressniveau zien en is hyperalert en -gevoelig. Door alle prikkels en indrukken die dagelijks ook nog op het kind afkomen, kan het snel overprikkeld of overspoeld raken. Dit heeft een negatieve impact op het kind zelf en op de relatie met de omgeving. Voldoende ontspanning, een relatief kalm brein hebben is een belangrijke voorwaarde voor een gezonde ontwikkeling van het brein. Je eigen stressopbouw leren herkennen en je zelf leren ontspannen is daarom een belangrijk onderdeel van de therapie. De therapeut maakt hierbij gebruik van yoga-, visualisatie- en ontspanningsoefeningen. Ook het werken met materialen die een beroep doen op de verschillende zintuigen en op het vergroten van het lichaamsbesef maken hier onderdeel vanuit. Parallel wordt er met opvoeders uitgebreid stilgestaan bij het belang van een kalm brein en het creëren van zo veel mogelijk ontspanning zowel bij het kind als bij de opvoeders zelf. Vanuit de therapie worden opvoeders gestimuleerd om specifieke interventies door te trekken naar thuis.
Werken met beelden en rollen
Met fantasie- of creatieve materialen, dans-, beweging- of dramatechnieken wordt er door het kind een beeld ofwel verhaal gevormd. Dit beeld geeft het kind de mogelijkheid om spelenderwijs, in de verhulling, belastende ervaringen te verwerken en nieuwe ervaringen op te doen. Ook laat het werken met beelden op een andere manier de werkelijkheid zien en helpt het ontdekken wat het kind belangrijk en fijn vindt. De therapeut ondersteunt het kind door getuige te zijn, te assisteren, te verwoorden wat er gebeurt, mee te “spelen” of tegenspel te bieden.
Ervaringsgerichte- en inzicht gevende activiteiten
In een plezierige, veilige sfeer wordt het kind uitgenodigd en uitgedaagd om samen met de therapeut aan de slag te gaan. Spelen, bewegen, verhalen maken of creatief bezig zijn is een manier om gedachten, gevoelens en wensen te uiten en te experimenteren met allerlei vormen van nieuw gedrag. Er kan en mag meer uitgeprobeerd worden dan thuis, op school of met vrienden. Oplossingen en inzichten die zo gevonden worden, neemt het kind mee naar het échte leven waardoor het kind zich beter staande kan houden.
Werken met levens- en/of traumaverhalen
Een essentieel onderdeel van de behandeling van trauma- en verlies is het werken met levens- en/of traumaverhalen. Er kunnen de volgende vormen worden ingezet, met ieder een eigen doelstelling:
- Een Levenslijn, levens- of trauma-verhaal: doel is het maken van een chronologisch overzicht van de levensloop van het kind en/of ordening aan te brengen in belangrijke (levens)gebeurtenissen aan de hand van een verhaal, beeldverhaal, foto’s en/of voorwerpen.
- Een Voorbereidingsverhaal Traumaverwerking: doel is erkenning en ontschuldiging van het kind, op één van de volgende niveau’s:
- Kind is niet schuldig/verantwoordelijk
- Kind is niet schuldig/verantwoordelijk EN impact op het kind wordt erkend EN ‘het’ had niet mogen gebeuren
- Kind is niet schuldig/verantwoordelijk EN impact op het kind wordt erkend EN ouder is zelf verantwoordelijk EN ouder had dat niet moeten doen (spijt) Bij deze interventie wordt er door de behandelaars samen met alle belangrijke betrokkenen een chronologisch verhaal gemaakt van alle gebeurtenissen; er is ruimte voor de mening van elke betrokkene, ook als deze van elkaar verschillen.
- Trauma-verhaal (WRITEjunior) : doel is traumaverwerking; dit bestaat uit de volgende stappen: reconstrueren van verhaal en beschrijven van gedachten en gevoelens (exposure), herstructureren van gedachten (cognitieve herstructurering), strategieën om in de toekomst om te gaan met problemen (coping) en het verhaal delen met belangrijke personen (social sharing).